Mexico 2011 - Eddy & Carine

Dag 21

Dag 21 – woensdag 3 augustus 2011

VoilĂ  zie, de laatste dag in Mexico City.

We zijn vanmorgen nog even gaan wandelen door het Almeda-park. Ons hotel zit er recht over. Nog wat kleine inkopen gedaan en terug.

We moeten wel voor 15 uur uitchecken uit het hotel en onze vlucht vertrekt pas om 21.55 uur. Zo’n lange tijd op de luchthaven rondhotsen is niet plezant dus zoeken we nog iets aan de luchthaven waar we nog wat kunnen rusten en nog een douche nemen tot we moeten inchecken voor de vlucht.

We hebben nog iets redelijk acceptabel gevonden voor een redelijke prijs, hotel Grand Prix, mooi en proper hotel en propere moderne kamers. Nog iets gegeten en nu gaan we nog wat pauzeren want vluchtdagen zijn altijd vervelend en daardoor vermoeiend. Niet teveel slapen echter want dan duurt de vlucht te lang.

Tot nu toe is dat alles wat we kunnen schrijven.

Normaal gezien landen we in Schiphol rond 14.30 u maar de Thalys vertrekt maar rond 17 uur dus zullen we hopelijk rond 20.30 u in Kortrijk zijn.

Tot Ă©Ă©n dezer dagen in Gullegem !

Groetjes.

Dag 20

Dag 20 – dinsdag 2 augustus 2011

De rugzakken inpakken, dat stond gisterenavond al voor het grootste deel op het programma en vanmorgen doen we de rest. Het wordt wringen om er alles op een fatsoenlijke manier in te krijgen, maar het lukt toch.

We ontbijten niet in het hotel omdat we toch een beetje op tijd in de luchthaven van Cancun willen zijn omdat we de auto moten inleveren en dat neemt altijd wat tijd in beslag.

Van Playa del Carmen naar Cancun is het een uurtje rijden en we zitten volledig in de ochtendspits. We geraken toch makkelijk in de luchthaven. Nu naar het verhuurbureau om de auto binnen te doen.

Ik heb een kras in de auto gezien achteraan die er niet in was toen we hem huurden. Als je de auto huurt maken ze zo’n papiertje op met alles reeds bestaande krassen en andere beschadigingen. Ik geef dus het papiertje af omdat ze willen vergelijken tussen toen en nu. Gelukkig begint de controle links van de wagen. Als hij bijna aan het einde is en naar de achterkant wil gaan, ga ik even een praatje met hem maken. Blijkbaar blijkt mijn afleidingsmanoeuvre te lukken want terwijl we aan het praten zijn doet hij al de koffer open om naar het reservewiel te kijken. Everything OK, sir. Oef, nu krijgen we onze volledige borg terug.

Nu het bureeltje binnen om de drop-off kosten te gaan betalen. Dat zijn kosten die je betaalt als je de auto ophaalt in Ă©Ă©n plaats en hem op een andere plaats inlevert. Wij hebben hem dus gekregen in Mexico City en afgeleverd in Cancun. Ik heb echter van auto gewisseld in Oaxaca wegens de remmen. Op onze factuur van toen staat nog met de hand 800 pesos bijgeschreven die we moesten opleggen wegens het verschil van type wagen.

Het madamke vraagt me waar we die wagen opgehaald hebben. Ik zeg: Oaxaca. En heb je de factuur van dan bij ? Ja hoor. Wat is het bedrag, vraagt ze me. Nu probeer ik nog een zetje. Ik toon dat factuur maar hou mijn duim op de 800 pesos die erbij geschreven zijn. Ik noem het andere bedrag. OK, zeg ze. Ze typt iets in haar computer en ik krijg het te betalen bedrag. Kijk eens, het is nog 200 pesos minder dan ik gezegd had en ze hebben de 800 pesos ook niet gerekend. Dat is ongeveer 1000 pesos, dus zo’n 56 euro “in the pocket”.

We zijn de eersten om in te checken. Het is wel nog niet begonnen maar na een 20-tal minuutjes starten ze toch. Nog wat gaan drinken en eten en dan is het ondertussen bijna tijd om te boarden.

We hebben onze vooraf geboekte zetel bij de nooduitgang, dus beenruimte genoeg.

Het vliegtuig (Airbus 320 van bouwjaar 2009) van Volaris vertrekt mooi op tijd. Na een rustige vlucht manden we na 2u10 in Mexico City. De bagage opgehaald en met de taxi naar het hotel.

Dat hotel heb ik al lang van te voren geboekt. We hebben de privilege-suite, die bestaat uit twee enorme kamers, een salon en een slaapkamer. Ook een prachtige douche: 3,5 m hoog met een glazen dak, heel mooi.

Nog eens naar het centrale plein in Mexico City, de zocalo dus. Een hapje en een drankje.

Nu zijn we zo ongeveer aan het eind van onze reis gekomen. Morgen vliegen we terug naar Schiphol.

We’ll keep you posted about the rest.

Nog een paar facts:

· Mexico is het land met de meeste verkeersdrempels.

· Na Costa Rica zijn hier ook wel enorm veel gaten in de weg, waar je soms in kunt gaan liggen (niet aan te bevelen als er auto’s aankomen).

· Mexicanen kunnne heeeeeel lang geeeuuuuwen. Dat is een nationale sport.

· We zijn met moeite 25 blanke toeristen tegengekomen om heel onze reis (Playa del Carmen niet meegerekend).

· We hebben in totaal met de wagen 3276 km afgelegd.

· We hebben 228 muggenbeten overleefd.

· We zijn niet tegengehouden door de politie.

· We zijn wel tweemaal gecontroleerd door het leger.

· De drukke reist eist op het laatste toch een beetje zijn tol. Het actieve fut is er een beetje uit.

· We zullen blij zijn om onze familie en vrienden terug te zien.

We willen ook iedereen bedanken die hier een berichtje achtergelaten heeft. Het doet altijd deugd om iets van het thuisfront te horen.

Tot later.

Dag 19

Dag 19 – maandag 1 augustus 2011

Nu zullen de verhaaltjes op de blog een klein beetje beginnen verkleinen, aangezien we in onze laatste fase van de reis aangekomen zijn.

Vandaag proberen we toch nog het Ă©Ă©n en het ander te zien rond Playa del Carmen. Het is wel een heel verschil tussen de andere steden waar we al geweest zijn. Alles is hier louter gebaseerd op de uitstappen van de Amerikanen. Die komen aan met hun cruiseschepen in Cancun of Cozumel en doen dan altijd dezelfde uitstappen. Even rap van hier naar daar en vooruit, terug naar huis. Voor veel Amerikanen is een bezoekje hier zelfs een weekenduitstapje. Dat zie je ook, hoor, alles is hier geprijsd in US Dollar, niet meer in pesos. Je ziet het ook aan de prijzen als je iets eet of drinkt. Hier zijn de prijzen werkelijk maal twee of maal drie, onvoorstelbaar.

Deze voormiddag staat een bezoekje aan Tulum op het programma. Dat is ook een tempelcomplex maar door zijn unieke ligging (ligt op de kliffen) is dit werkelijk een trekpleister geworden. Voordat we vertrekken, tijdens het ontbijt, gaan de hemelsluizen en begint het verschrikkelijk te stortregenen. Dat ziet er dus niet goed uit. Maar … hier is dat dan zo, tegen dat we gedaan hebben met ons ontbijt, is de hemel al weer helemaal uitgeklaard. Perfect, maar we zullen toch maar onze regenvestjes meedoen.

De ruines van Tulum zijn heel mooi en heel goed onderhouden. Het is wel anderhalve kilometer wandelen van de parkeerplaats naar de site zelf. Als we bijna bij de ruines zijn, begint het weer te stortregenen. Gelukkig hebben we nu onze capes mee en kunnen wij rustig doorwandelen terwijl anderen moeten rennen om ergens onder te schuilen. Jammer dat je op de site zelf nergens meer op of af mag klimmen of wandelen. Je mag enkel de uitgestippelde paadjes volgen. Het is ondertussen weer heel warm geworden en wij zijn blij dat we bijna aan de parking zijn en dat we iets kunnen drinken en rustig inde schaduw zitten.

Na Tulum keren we terug richting Playa. We stoppen nog bij een dolfinarium waar we ook een kijkje willen gaan nemen. Wat kost dat kijkje ? Jaja, 149 US Dollar. Neen bedankt, dat is er toch iets over. We rijden dan maar terug naar Playa om wat te rusten en eens door de winkelstraat te wandelen waar we reeds een paar van de cadeautjes vinden. We zien vanavond wel voor de rest en als het niet kan, vinden we nog wel iets in Mexico.

Na een Italiaanse spaghetti kruipen we in ons bed.

Morgen terug naar Mexico.

Dag 18

Dag 18 – zondag 31 juli 2011

We vertrekken deze morgen naar de voorlaatste etappe, namelijk de kust aan de Golf van Mexico. We gaan na het ontbijt op weg richting Playa del Carmen. Dat is in totaal een goeie 390 km. We proberen nog enkele tussenstops te maken.

Eerst gaan we richting Izamal waar een befaamd klooster staat. Dit klooster is opgebouwd uit stenen van een piramide die de Spanjaarden afgebroken hebben tijdens hun kolonisatie van Mexico. Zo is dat hier veel gebeurd. Telkens een piramide afbreken en met dezelfde stenen dan een kerk of klooster bouwen. De vetzakken moesten persé hun geloof hier gaan opleggen door de mensen uit te moorden en ze te beroven van alles wat kostbaar was. En dan hangen ze nu nog de heilige uit. Verkoop de helft van het goud en zilver wat ze overal gestolen hebben en de hongersnood van de hele wereld is opgelost. Maar dat is enkel mijn mening, dit ter zake.

In het klooster in Izamal is de paus op bezoek geweest in 1993. Het hangt hier nog volop foto’s van die gebeurtenis. Het bankske waar hij op zijn knieën gezeten heeft, staat hier ook nog. Met hij, bedoel ik Popie Jopie (Karol Józef Wojty?a – Johannes Paulus II).

Ik heb nog geprobeerd van een foto te nemen in de sacristie die net een beetje openstond maar dat is me niet gelukt. We hebben wel het kleine museumpje daar bezocht met wat kleedjes en dergelijke. Man, moet dat geld kosten, al die kostuums.

Na Izamal was het de bedoeling om nog te passeren in Chitzen Itza en in CĂłba.

Eerst naar Chitzen Itza. Dat is een 80 km rijden. Er is wel voldoende volk, want dat is wel het bekendste complex in heel Mexico.

Chichén Itzá was een van de belangrijkste steden van de Maya. Het staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.

Chichén Itzá ligt niet ver van de rand van de oude krater van Chichulub. Van deze beroemde krater, die gevormd is door de inslag die waarschijnlijk een eind maakte aan de dinosauriërs is aan het oppervlak niet veel te zien, behalve de cenotes, de ondergrondse poelen ,die in het klovenstelsel van de krater gevormd zijn.

Speciale akoestische fenomenen zoals de 'Quetzalecho' en het 'regendruppeleffect' zijn bestudeerd en gepubliceerd door de Belgische onderzoeker Nico F. Declercq.

Chichén Itzá bestaat onder andere uit:

· Nonnenklooster

· Tempel van de tafels

· El Caracol (het slakkenhuis)

· Graftombe van de hoge priester

· Patio van duizend kolommen

· Tempel van de krijgers

· El Castillo (het kasteel)

· Platform van Venus

· Adelaarsplatform

· Tzompantli

· Tempel van de Jaguars

Op 7 juli 2007 werd Chichén Itzá tot een van de zeven wereldwonderen gekozen.

Voilà zie, dat is een hele boterham, hé ?

Na Chitzén Itzá gaan we de cuota op richting Cancun met de bedoeling om dan af te slaan richting Cóba.

Het systeem van “péage” is hier niet helemaal hetzelfde zoals in bijvoorbeeld Frankrijk. Daar betaal je volgens het aantal kilometers die je gereden hebt. Hier is het niet zo, hier betaal je op voorhand de volle pot, of je nu die cuota tot het einde uitrijdt of als je de eerste afrit al neemt.

Aan het tolhuisje moet ik 233 pesos betalen, dat is omgerekend 15 €. Als ik dat goed uitreken is dat dus ongeveer 3 eurocent per kilometer. De afslag naar Cóba is maar 30 km. Dat vind ik een duur grapje om maar zoveel te rijden. De uitstap naar Cóba wordt dus geschrapt en we rijden heel het eind tot aan Cancun. Het is wel een hele saaie weg maar tot daar, hoor. We zijn nu tenminste al tot op 60 km genaderd van Playa del Carmen.

We rijden tot aan het hotel en omdat we al voor een paar verrassingen gestaan hebben omtrent de kamer vragen we eerst om de kamer te zien vooraleer we de bagage uithalen.

Oei, die kamer ziet er ook al niet veel soeps uit. Weer naar de receptie. Zijn er andere kamers beschikbaar, kunnen we eens een junior suite zien ? Ja, die staat ons wel aan. Dat lukt wel om hier twee nachten te slapen. Hoeveel moeten we opleggen ? Na een beetje heen en weer gepraat moeten we zelfs niets opleggen. We krijgen de upgrade gratis.

’s Avonds nog even een kort tripje in het stadje en we kruipen onder de wol, niet dat je hier wol nodig hebt hoor !

Hasta mañana.

Dag 17

Dag 17 – zaterdag 30 juli 2011

Op dag 17 staat een verkenningsdag van Merida en de streek op de planning.

Vanmorgen maar een mager ontbijt maar die schade halen we wel in in de loop van de dag.

We vertrekken eerst naar Celestun, waar je flamingo’s in hun natuurlijke omgeving kunt observeren en fotograferen. Het is wel 96 km tot Celestun maar dat hebben we ervoor over.

Rond een uur of half elf zijn we toegekomen aan de brug die naar het stadje leidt. Net over de brug heb je de gasten waar je met een bootje naar de flamingo’s kunt gaan kijken. Er zijn 2 toeren beschikbaar: één van 1 uur en één van 2 uur. We besluiten die van 1 uur te nemen. Nog rap even de armen, de benen en het gezicht ingewreven met anti-insectenspecie en vooruit naar de kassa. Volgens onze reisgids van Mexico zou dit rond de 150 pesos moeten kosten (dat is zo’n 10 €). En menner, hoeveel is het voor de toer van 1 uur voor 2 personen ? 750 pesos ! Wablieft ? Dat is omgerekend bijna 50 €. Nu wou ik wel graag naar die garnalen-sabbelaars gaan kijken maar 50 € vinden we toch wat te veel. Hij wou namelijk dat we de volledige boot betaalden. Normaal wachten ze tot er genoeg mensen zijn om de boot te vullen maar dat ventje hier wou eens van de situatie profiteren. Voilà, dat zijn 2 klanten minder, daar zie !

We zijn nog tot in Celestun dorp gereden tot aan het strand om nog iets te drinken aan de pier. Het is grappig om de pelikanen gade te slaan als ze aan het vissen zijn. Ze duiken dan met grote snelheid van een meter of twintig hoog het water in. En wat nog meer verbaast: ze hebben verdikke altijd prijs !

Van Celestun zijn we nog naar Progreso gereden. Daar hebben ze Ă©Ă©n van de langste pieren (neen, geen regenwormen !) ter wereld. Ze reikt zover je zien kan.

We zijn nog naar een cafeetje iets gaan drinken, wat dacht je. Er zat daar een oude Mexicaan met zijn familie. Man, man, wat een nurkige vent. Ze wilden daar wel iets eten maar hij wou perse de vis die ze wilden eten op voorhand zien. Die vis zag er voor mij perfect uit, we zitten trouwens aan de zee. Tot drie keer toe heeft hij die kelner laten komen met vis en drie keer heeft hij hem teruggestuurd. Die kelner zag er niet te welgezind uit, hoe zou je zelf zijn, maar hij bleef beleefd. Wij zijn dan ook maar doorgegaan omdat het meneer stoorde dat we een sigaretje rookten (op het terras trouwens en op 5m afstand van die kloot). Ik heb er wel speciaal nog Ă©Ă©n opgestoken en de rook goed in zijn richting laten gaan. Als je hier op straat loopt, dan val je bijna om van de uitlaatgassen en hij zou van zijn zak maken voor een peuk, onnozel manneke.

We zijn nog Merida ingetrokken om de gebouwen nog wat te bezichtigen en hebben daar ondertussen nog wat gegeten. Als afsluiter heb ik een Maya koffie genomen. Ze komen die aan de tafel bereiden en 2 keer flamberen. Mooi zicht. En hij smaakte nog goed ook. Een mooie afsluiter van de dag.

Bye.

Dag 16

Dag 16 – vrijdag 29 juli 2011

Deze voormiddag zijn we zoals gepland doorgereisd naar Merida, waar we 2 dagen zullen verblijven, hotel Ambassador.

We stoppen onderweg in 2 plaatsen, namelijk Kabah waar ruines te vinden zijn waar heel weinig toeristen naartoe komen en die natuurlijk een beetje minder spectaculair zijn en ook een stop in een oude hennephaciënda.

Om bij Kabah te komen moet je wel wat moeite doen, hoor. Je moet van de hoofdweg naar Merida af juist na Hekelchacan. Dat doen we dan ook. Wij rijden nu door “the middle of nowhere”, nergens en huis of andere activiteit te zien. Als we al meer dan een uur aan het rijden zijn, dan begin je je toch af te vragen: ben ik juist of waar komen we uit. Het is werkelijk een wegje waar één auto doorkan. Je komt geen enkel bord of andere aanwijzing tegen. En dan (na 1,5 uur rijden) kom je op een T-kruising uit. Wat nu: links of rechts ? Als we rechts gaan, dan rijden we steeds verder van Merida weg, dus kan niet goed zijn, dus maar links genomen. Je komt altijd wel ergens uit, hoor. No panic!

En inderdaad, na 20 minuten zien we een bord: “Kabah archeology site 500m”. Oef, dat hebben we toch gehaald.

Het is een veel kleinere site dan we al gezien hebben, maar daarvoor niet minder interessant. En wat meer is, we zijn er alleen. 37 pesos ingang en vooruit.

Zelfs op zo’n kleine ruïne ben je toch verwonderd door het vernuft van de bouwers in die tijd. Volgens mij hebben veel mensen hier het leven gelaten voordat dit alles er stond.

In een groot halfuurtje hebben we hier alles gezien, nu rap een watertje en een cola kopen, want het is vandaag weer boven de 40°.

We rijden verder naar een oude haciënda in Ochil. Deze is zo ongeveer grotendeels gerestaureerd. Er is ook een restaurant dus geen gebrek aan drank en spijs. Als we hier zo zitten voelen we ons een beetje zoals in de feuilletons van Zorro, want zo ziet dat er een beetje uit. Ze spelen hier ook die stijl van sfeermuziek. We bezoeken nog de oude hennepproductie en vooruit naar Merida.

Het is ondertussen al 19 uur geworden en we eten en drinken wat in het hotel.

En nu onze duiker in want morgen gaan we varen.

Groetjes.

Dag 15

Dag 15 – donderdag 28 juli 2011

Vandaag weer een reisdag van 5 Ă  6 uur voor de boeg. Gelukkig hebben we de dagen in Palenque niet te actief doorgebracht (buiten de wandeling aan de ruines, maar ja), dus zullen we dat eens rustig afmalen.

We moeten eerst rijden tot Champoton, een stad aan de kust, zo’n 250 km van Palenque. Afgezien van de vele werkzaamheden, waarbij je niet altijd duidelijk weet waar of op welke kant je moet rijden en de vele vrachtwagens met dubbele aanhangwagen, is dat goed verlopen. Op het laatste stukje voor Champoton stoppen we even langs de weg om eens de benen te strekken en een saffie te roken. We hebben ze net 5 seconden aangestoken of een zeer indringende geur dringt onze neusgaten binnen, miljaar, dat stinkt, wat is dat? Vaneigens, een tiental meter verder ligt daar een doodgereden hond te rotten. Sigaretje uit en terug in de auto, weg ermee.

Na Champoton is het nog een uurtje rijden naar Campeche, waar we vanavond overnachten. We vinden het hotel nogal vlotjes en checken in. Hopelijk is dit hotel nu eens wat beter dan deze die we de vorige dagen voorgeschoteld kregen.

Het begint al goed. De kamer is niet klaar. Hebben we er iets tegen dat we een kamer krijgen met een king-size bed in plaats van twee dubbele bedden ? Natuurlijk niet. Allée, kamer 437 wordt het. Het is echter een heel mooie kamer. We zijn namelijk in een junior suite beland. Groot en schoon, een propere badkamer en een frontaal zicht op de zee. Magnifiek.

Nu eerst eens een douchke nemen. Verdorie, geen handdoeken. Het bed is ook nog zonder kussens. Even een kuisvrouw aangesproken. No señor, camina no es limpia. Espera un momento. (Neen meneer, de kamer is nog niet proper. Wacht een momentje.) Weet je hoelang dat “momentje” geduurd heeft ? … 4 uur. We zijn ondertussen al gaan eten in het stadje, waarbij we als we de receptie gepasseerd zijn nog even ons ongenoegen geuit hebben. Maar bij de terugkomst was alles piekfijn in orde. Mexicaanse momentjes kunnen lang duren, hoor.

Morgen rijden we door naar Merida, waar we terug 2 nachten verblijven, want er is onderweg en in de buurt heel veel te bezoeken. We zullen goed moeten inplannen.

Hasta mañana.

Dag 14

Dag 14 – woensdag 27 juli 2011

Goed geslapen vannacht. En vroeg opgestaan. We hadden namelijk beloofd eens te skypen met Carine’s moeder en mijn vader om 15.00 uur (en dat is 8.00 uur Mexicaanse tijd). We waren blij ze eens terug gezien (proficiat aan mijn pa voor de eerste prijs met de duiven trouwens) maar na een half uurtje hebben we toch het spel toegeslagen en zijn we gaan ontbijten. Voor één keer moeten we het niet betalen.

En nu naar de ruines van Palenque, zo’n 8 km van het stadje.

Deze bouwwerken van de Maya’s zijn nog indrukwekkender dan de vorige die we gezien hebben. Bovendien ligt heel dat complex midden de jungle en dat maakt het nog mooier. De gebouwen zijn hier nog heel goed bewaard en waar ze gerestaureerd zijn, hebben ze dat op een goede manier gedaan, niet zoals bij de tempels bij Mexico City waar de restauratie eigenlijk afbreuk doet aan de oude gebouwen zelf.

De gebouwen liggen ook verspreid over een tamelijk groot gebied en door de grote hoogteverschillen (naar boven en naar beneden), gecombineerd met de extreem hoge temperaturen (hier lopen de Mexicanen sedert gisteren allemaal met parasols – 45°), is dit een tamelijk zweetafvoerende klus. Mijn slipje is na een kwartier al omgevormd tot zwembroek, mijn zonnebril glijdt constant van mijn neus en uit te voorrand van mijn pet komt een vloeistof gedruppeld. Zou dat zweet kunnen zijn? Mmm, ik denk het wel.

We doen toch een hele wandeling over het terrein en bekijken een groot aantal bouwwerken van verschillende structuur en functie.

Rond 12 uur besluiten we dat we het nu ongeveer gehad hebben en volgen de pijlen met “Salida (uitgang)”. Na veel ups en downs komen we na 157 trappen aan de “Salida” uit. Wat is dat hier ? Deze plek hebben we nog niet gezien. Er staan wel standjes waar ze allerhande brol verkopen maar dat zijn niet de standjes die we aan de ingang gezien hebben! Nadat we allebei een fles drank gekocht en geledigd hebben zodat de troebelheid voor onze ogen kan verdwijnen, zien we waar we uitgekomen zijn. Er zijn verdikke 2 uitgangen. Kunnen ze dat daar dan niet bijzetten, de kiekens? Natuurlijk zijn we aan de verkeerde uitgang beland. Die ligt 1,5 km van de ingang, waar onze auto staat. Terwijl we het liedje van “10 kleine negers” zingen, gaan we op stap. De weg waarover we moeten kan natuurlijk niet plat lopen, hé, het gaat tamelijk steil omhoog. En met zullke temperaturen kan je je wel voorstellen dat onze kop bijna van tussen onze schouders smelt. Als we allebei een plastieken zak zouden gedragen hebben, dan zou je op het einde van de wandeling gratis reclame hebben kunnen maken voor Chaudfontaine in zakken.

En nu gaan we er “één” op drinken.

Voor de rest van de dag hebben we ons kalm gehouden. Er staat morgen weer een deftige verplaatsing op het menu.

Op 100m van het hotel is een supermarkt, die we tweemaal bezoeken. Cola en fruit, wat chips, sigaretten en wat andere zaken voor de meiskes.

Nu nog wat tv kijken en dit verhaaltje schrijven natuurlijk.

I’ll keep you posted !